Header / Cover Image for 'Is dit het dan? – Deel 1'
Header / Cover Image for 'Is dit het dan? – Deel 1'

Is dit het dan? – Deel 1

“Nog twintig minuten tot het einde van het universum.” Een vriendelijke vrouwenstem schalde door de speakers, en bracht opgewekt dit heuglijke nieuws. Eindelijk was het zover. Al honderden jaren zagen de grote leiders van het heelal dit moment aankomen, en al die eeuwen hadden ze de juiste voorbereidingen getroffen. Want het is niet niks, zo’n einde van het universum. Sommigen spraken van een “nieuwe kans”, politici probeerden stemmen te werven met een “nieuwe, frisse toekomst”. Grote groepen gelovigen beweerden stellig dat nu toch echt de dag des oordeels was aangebroken, en dat al onze technologie ons niks zou helpen. Alleen de sterkste mensen zouden overblijven, als we hen mochten geloven, en daarom deden deze groepen niet mee met dit evenement.

Op elke planeet waar leven laveerde en planten prachtig bloeiden werd een moderne ark gebouwd. Elke planeet die de waarde zag in het einde van het universum overleven kon zich aanmelden, en kreeg binnen de kortste keren een machine toegestuurd, gratis en voor niets. De uitvinders noemden haar voor de grap een tijdmachine, omdat het zoveel tijd had gekost om de technologie te ontwikkelen. Het leek onhaalbaar, een machine bouwen die de gigantische krachten van een omgekeerde big bang kon weerstaan. Maar ze hadden er altijd in geloofd, en met brede glimlach konden ze jaren geleden het eindproduct presenteren. Het was een groots keerpunt in ieders leven. De televisie-uitzending die door het hele heelal werd uitgezonden. Planeet Aarde, de allereerste met geavanceerde technologie en intelligent leven, zij zou de reddende engel zijn.

Het was dan ook te verwachten dat de instroom van immigranten enorm was toegenomen de laatste jaren. Iedereen wilde samen genieten van dit einde, en hopelijk een nieuw begin, en waar beter dan op de plek waar het allemaal begon. De aarde zat bomvol, van noordelijk tot zuidelijk halfrond, want het was ook niet de eerste keer. Miljarden jaren geleden stond onze zon op het punt van exploderen, en zou de aarde verzwelgen in haar hete adem. Maar ook toen betraden de grote leiders samen met de beste wetenschappers het wereldpodium, en konden een schild rond de aarde bouwen dat de straling tegenhield, en de warmte binnen hield.

Of wat te denken van de opwarming van de aarde, nog weer miljarden jaren daarvoor. Het leek de verkeerde kant op te gaan, maar op het laatste moment draaiden zelfs de meest koppige en zelfzuchtige mensen bij, en werd samen in een paar jaar overgestapt op schone energie. De aarde was de eerste planeet die dit voor elkaar kreeg, en elke andere planeet die met hetzelfde probleem te maken kreeg, keek naar de aarde voor oplossingen. De aarde was het grote voorbeeld, maar niet groot genoeg om al die mensen uit verschillende melkwegstelsels te passen.

Om die reden was de aarde dan ook uitgebreid, miljoenen jaren geleden. Duizenden planeten in de omgeving, die eigenlijk niet geschikt waren voor leven, werden omgetoverd tot klonen van de aarde, zodat iedereen een beetje aarde had om van te genieten. In zekere zin veroverde de Aarde een steeds groter deel van het universum, maar er was niemand die er last van had of zelfs een oorlog begon, want ze brachten enkel vrede en schoonheid.

“Nog vijftien minuten tot het einde van het universum. Tijd voor een laatste afscheid, en neemt dan plaats in uw capsule. Vergeet niet uw gordel om te doen!” Men had uitgerekend waar het universum als eerste zou imploderen. Dat konden ze wel, maar het einde voorkomen of nóg langer uitstellen niet. Vandaar dat de capsules zodanig waren gemaakt, dat ze niet kapot gingen, zelfs geen centimeter zouden krimpen, ongeacht de krachten die er op zouden werken. Op de plek van de eerste impact was een grote hal gebouwd, en in die hal waren de voornaamste families verzameld. Zij die het meeste goeds voor deze wereld hadden gedaan, zij mochten samen, op de beste plek, als eerste deze gebeurtenis beleven.

Zo was er de gigantische familie Creto, misschien wel de meest controversiële inwoner van de grote hal. Het was een kunstenaarsfamilie, waar iedereen van jongs af aan werd opgeleid tot een leven van creativiteit en verwondering. Zij zorgden al jaren voor de verspreiding van muziek door het universum, zowel nieuwe als oude platen, zowel voor jong als voor oud. Op bijna elke planeet stond een universiteit van Creto, waar elke vorm van kunsten werd gedoceerd, van acteren, tot zingen, tot schilderen. In een universum overgenomen door technologie, waren zij vrijwel de enige instantie die zich daar al die jaren koppig van afwendde. De kritiek luidde dan ook veelal dat ze niet met de tijd meegingen, en dat ze al helemaal niks nuttigs voor de wereld deden. Uiteindelijk wist de president van de aarde de Raad te overtuigen om ze toe te laten, met maar één argument: stel we overleven het niet, dan wil je toch op je laatste momenten omringd zijn door schoonheid, in plaats van beeldschermen?

Naast de familie Creto was er ook nog de wetenschappers-gemeenschap, onder leiding van Aie Foon, de opvolger van de helaas vroegtijdig overleden Anne Drooid. Iedereen die iets groots verrichtte in de wetenschap werd toegelaten, en wat begon als een groep van drie geniale vrienden, was nu een gemeenschap van 137 leden. Niet per sé omdat er niet meer geniale wetenschappers waren, maar omdat het een priemgetal was, en dat vonden ze grappig. Wetenschap was namelijk niet meer zoals het in zijn kinderjaren werd gezien. Het was niet meer saai, stom, nerdy, of te ingewikkeld voor de gewone man. Het was het meest sexy beroep om te hebben, en men vond iemand juist saai als diegene werkelijk niets van wetenschap afwist. Een grap maken over priemgetallen maakte jou de stoerste jongen van de klas. In plaats van dat ze onderling concurreerden om de meeste producten te verkopen, waren miljoenen jaren geleden alle bedrijven gefuseerd en werd onder één naam de best mogelijke wetenschap bedreven. De grootste vooruitgang daarin was misschien wel toen ze psychologie en communicatiewetenschappen uit hun lijst van echte wetenschappen gooiden. Inmiddels werden die stromingen slechts nog gedoceerd aan de Creto universiteiten.

De laatste inwoner van de grote hal was een relatief kleine gemeenschap. Het waren de “gewone werkers”, zoals ze zichzelf noemden, afgekort tot “gewow”. Als je het leest ziet het er niet indrukwekkend uit, maar als je het uitspreekt lijken deze mensen ineens super tof. Deze gewone werkers zijn wat wij nu kennen als bakkers, bouwvakkers, fietsenmakers, boeren, en ga zo maar door. Handwerk, dingen die niet honderd procent door machines verricht konden worden, daar geloofden zij in. Dankzij hun enorme inzet kunnen wij als levende wezens nog altijd meer dan onze meest intelligente robots, en ook dankzij hen kon de overname door robots konden afgeweerd. Toen de robots besloten om al onze planten te vernielen, en ons zo te laten uithongeren, bedachten de gewone werkers nieuwe zaadjes die resistent waren. Toen de robots eigen wapens ontwikkelden en ze gebruikten op organismen, waren er nog de gewone werkers die afgetraind waren en zelf een wapen konden gebruiken om de mensheid te beschermen.

Hier en daar, tussen de grote families door, stond nog een eenling of een zeldzaam koppel. Mensen die in hun eentje tegen de stroom ingingen, en iets groots hadden verricht. Marie en Toine Net, bijvoorbeeld. Zij kregen vrede door het hele universum, door keer op keer te laten zien dat alles ook zonder geweld kan worden opgelost. Hun gedachtegoed had zo’n invloed dat, zelfs toen hun hoofdkwartier werd bestormd en ze werden gegijzeld voor een borgsom van quadriljoen geldeenheden, de leiders van de wereld niet reageerden met geweld maar samenwerkten om de criminelen er in te luizen.

Al deze grootse mensen namen nu afscheid van elkaar, afscheid van de wereld die ze kenden. Op verzoek hadden velen zelfs een extra kamer in hun capsule om hun lievelingsspullen, en zelfs huisdieren mee te nemen. Het voelde alsof iedereen op reis ging naar dezelfde plek, maar de onzekerheid over het bereiken van de bestemming zorgde desondanks voor een ontroerend afscheid. Er ontstonden steeds groter groeiende groepsknuffels. Wildvreemden gaven elkaar een kus op de wang, en hier en daar werden kleine souvenirs uitgedeeld. Een ketting, een armband, een kleine edelsteen—alles om een aandenken aan elkaar te hebben, en te hopen op geluk en een veilig weerzien.

Kinderen hadden geen besef van wat er te wachten stond, en waren nog steeds tikkertje aan het spelen door de grote hal. Het leek ook meer op een feest, dan op een gevaarlijk evenement. De muren van de hal waren bedekt met prachtige muurschilderingen in felle kleuren. De gigantische witte tl-buizen waren vervangen door kleurrijke gloeilampjes, want voor deze keer mocht dat wel even. De grote, doorzichtige koepel van de hal werd omhoog gehouden door pilaren. Ook al kon men inmiddels wel een gebouw van deze onwerkelijke afmeting maken zonder pilaren te gebruiken, men vond het mooier om ze er toch neer te zetten. De capsules stonden in nette rijen en kolommen door de hele hal, en iedereen had zijn eigen capsule iets speciaals gegeven. Deels om hem terug te vinden, deels om het minder als een grote, logge machine te laten voelen.

“Nog tien minuten tot het einde van het universum. Wie nog niet in zijn capsule zit wordt vriendelijk verzocht zo spoedig mogelijk plaats te nemen. De instructies voor het afsluiten van de capsule zijn te vinden onder het hoofdkussen. Gelieve op tijd de capsule af te sluiten, het heeft enkele minuten nodig om volledig vast te draaien. Dit was Varna, ik zal nu ook plaats nemen. Ik wens allen een prettige reis toe!” Een korte piep volgde, en een rood lampje knipperde nog even, maar toen begon de doodse radiostilte.

Jaren geleden was voor het eerst ooit door het hele universum een afspraak tot stand gekomen over tijdzones. Om berichten zoals deze op het juiste iemand naar iedereen te sturen, moest iedereen in dezelfde tijd zitten, en nu het einde naderde was het eindelijk gelukt. En dat was maar goed ook, want het stelde iedereen in staat om ook nog afscheid te nemen van verre vrienden. Elke capsule stond in verbinding met alle andere capsules, zodat zelfs tot het laatste moment de verbinding niet werd verbroken, en niemand eenzaam achter bleef.

De wetenschappers wisten niet of het stand ging houden, maar ze konden het tenminste proberen. Op diezelfde manier konden ze eerder het einde van het universum aan zien komen, dan dat ze wisten hoe het precies ging gebeuren. Ze zagen dat langzaamaan energie wegsijpelde uit het universum, maar ze wisten niet waarheen, en konden de gevolgen niet inschatten. Misschien werd de energie wel omgezet in iets anders bruikbaars, en konden ze toch nog voortbestaan. Maar een andere uitgenodigde inwoonster van de grote hal, Hanna, kreeg op een dag een geniale ingeving en wist hoe het einde zich zou voltrekken. De energie die verdween ging naar een parallel universum, eentje waar we niet in konden komen, tenzij we op het juiste moment de sprong maakten. En dat is wat de capsules doen. Of, beter gezegd, wat ze zouden moeten doen als alles zo is als men denkt. Wanneer het universum in elkaar klapt omdat alle energie verdwijnt, ontstaat er heel kort een zeldzame kracht die zó sterk is, dat ze er doorheen naar het parallelle universum kunnen.

Hanna had echter ook voor iets anders gewaarschuwd. Ze zei dat het misschien wel mogelijk was, maar dat we niet met iedereen tegelijk er doorheen konden. Ze waarschuwde dat, als de leiders iedereen zou proberen te redden, dat dan niemand er doorheen komt. Al die jaren weigerde ze om zelf de capsule te bouwen, omdat de Raad het verkeerd zou gebruiken, totdat uiteindelijk andere wetenschappers het geheim uitvonden en hem toch hadden gebouwd. Het was voor het eerst in misschien wel miljoenen jaren dat er weer onenigheid was binnen de wetenschapsgemeenschap, en ze was dan ook met die uitleg uit de gemeenschap geschopt. Bij hoog en laag hield ze vol dat men niet iedereen gratis een capsule moesten gaan geven, maar niemand luisterde. Begrijpelijk wel. Het was gewoon niet te verkopen aan arme mensen dat ze moesten sterven omdat één wetenschapper dat beweerde. Zelfs als ze alle rijke mensen een capsule zouden laten kopen zouden het er nog te veel zijn, en moesten ze een schifting maken. Het verhaal werd zo lastig dat Hanna alle contact had verbroken, en niemand wist waar ze uithing. Stiekem werd gehoopt dat ze een alternatief had gevonden om zichzelf veilig over te brengen, want ze hadden haar hersenen zeker nodig bij de wederopbouw van het universum.

“Nog 5 minuten tot het einde van het universum. Gelieve, ongeacht wat er gebeurd, in de capsule te blijven totdat wij het seintje geven. Het seintje is twee piepjes, gevolgd door één lange piep. Veel plezier!” Dit bericht klonk vanuit de speakers binnenin elke capsule. Hij was van te voren opgenomen en er vast in geprogrammeerd. Wat niet standaard was geprogrammeerd was de toespraak van de president van de aarde. Hij wilde het live doen, hij wilde de laatste moment echt met zijn mensen zijn. Het was een koppige, sterke, maar ook rechtvaardige kerel. Zijn vrouw had de aarde tientallen jaren onder vredig bewind geregeerd, maar na haar plotse verdwijning moest hij het stokje overnemen, en dat deed hij al meer dan veertig jaar zo goed als hij kon. Hij wilde bijna de microfoon aanzetten, maar moest eerst nog een zakdoek pakken voor zijn natte ogen. Hij kuchte een aantal keer, trok zijn pak recht, en keek met grote, heldere ogen recht in de camera.

“Beste mensen. Lieve mensen. Mensen die er samen, al die jaren, meer dan het beste van hebben gemaakt. Ik ben trots op jullie. Ik ben trots op jullie allemaal. Natuurlijk, eens in de zoveel tijd doet iemand iets gemeens. Eens in de zoveel tijd doet iemand iets verkeerd, misschien doe ik zelf wel vaker dingen verkeerd dan ik zelf in de gaten heb. Maar dat is nou juist het mooie van ons leven. Wij hebben ons niet laten overnemen door robots, door computers, door haat of angst. Wij hebben mensen vrijheid gegeven, en die vrijheid wordt beloond door de liefde die ieder voor elkaar voelt.”

De president moest even slikken. Zijn toespraak werd in automatisch in alle talen vertaald en in iedere capsule uitgezonden, en hij wist dat hij alle mensen op alle planeten tegelijk toespraak, dus hij moest zijn woorden zorgvuldig kiezen. Nog belangrijker misschien, hij moest afronden voordat de vijf minuten op waren. Maar het was een emotionele man. Misschien wel té emotioneel om de aarde te leiden, maar dat maakte nu niks uit. Stug vermande hij zich, en besloot zijn speech door te zetten.

“Wat er ook gebeurt, weet dat je niet alleen bent. Als we sterven, en ik hoop dat we niet sterven, maar als we sterven, dan doen we dat samen. Als we overleven, dan doen we dat ook samen. De reis kan misschien lang duren. Hij kan misschien hard zijn, misschien zelfs verwoestend. Ook nu roep ik op tot saamhorigheid. Help je medemens. Help iemand die moeite heeft in de nieuwe wereld. Ik zal mijn toespraak op tijd afronden, zodat jullie alleen nog een minuut hebben om te zeggen wat het dichtst bij je hart ligt, tegen je beste vrienden, familie, en hopelijk de liefde van je leven. Maar weet dat wij er voor je zijn. Weet dat leiders er niet zijn om onderdanen te onderdrukken, maar om onderdanen te laten groeien tot grootse mensen die gelijk zijn aan elkaar. En mocht ik me ooit niet aan dat principe hebben gehouden, dan zeg ik dat het me spijt. En dan hoop ik dat jullie me vergeven, en in me blijven geloven. Want geloof is alles. Als je gelooft dat je sterk bent, ben je sterk. Als je gelooft in het goede van mensen, zie jij het goede van mensen. Als je gelooft dat er hierna een nieuwe wereld voor ons wacht, dan wacht er een nieuwe wereld voor ons. Ik dank u, voor alle mooie jaren.”

Met een klap sloeg de president de microfoon uit, gebruikte zijn laatste zakdoekje, en gooide alles tegen de muur. Hij deed zijn pak los, zijn bril af, veegde zijn haar wild, en fluisterde “kom maar, universum”.

Uit de speakers van alle capsules klonk zachte gitaarmuziek, gespeeld door de beste gitarist die ooit Creto met een diploma had verlaten. De werkers waren al enthousiast plannen aan het bespreken voor wat ze gingen verrichten in het nieuwe universum. De wetenschappers stelden elkaar gerust door nog een keer uit te leggen waarom hun plan sowieso gaat lukken, desnoods met formules.

Varna had op de tijd de weg naar haar capsule gevonden, en was in contact met haar familie. Driftig gebruikte ze de knoppen om te zoeken naar haar zus Hanna, maar er was geen spoor te bekennen. Ze zou toch niet zo stom zijn om geen capsule te hebben gevraagd? Ze wist het niet, Hanna was altijd onvoorspelbaar. Leuk, schattig, maar onvoorspelbaar. Dat kan toch niet? Dat iemand die misschien wel de hele mensheid redt, het zelf niet redt? Ze voelde tranen aanzwellen, maar sloeg ze snel van zich af. Het had nu geen zin om spijt te hebben dat ze niet meer tijd met haar had doorgebracht.

Ze kon de gedachte niet eens afmaken, want het was al begonnen. Als je van een afstand kijkt, zoals ik dat kan, ziet het er vredig uit. Het einde van het universum is niets meer dan een wereld die in slaap valt. Alle open ogen gaan dicht, alle grote planeten worden klein, alles wat beweegt staat ineens stil. Het begon inderdaad op de plek die was uitgerekend, maar dat was nauwelijks te zien, omdat het zich zo snel verspreidde. Toen het laatste beetje energie verdween, werd alle materie zo dicht samen gedrukt dat de omgekeerde big bang niet eens langer dan een nanoseconde duurde. Van veraf zag het er vredig uit, maar in het hart van de implosie moet het hel zijn geweest.

Lees verder …