Header / Cover Image for 'Had ik niet beter'
Header / Cover Image for 'Had ik niet beter'

Had ik niet beter

Een zin die hiermee begint eindigt vaak in weemoed. Het hoeft natuurlijk niet per sé—“had ik niet beter de was op kunnen hangen, het is toch zulk lekker weer” is niet levensverwoestend—maar vaak eindigt zo’n zin minder vrolijk.

Had ik niet beter die studie kunnen doen. Had ik niet beter meer uit mijn middelbare schooltijd kunnen halen. had ik niet beter mijn best kunnen doen voor die persoon, voor die baan, voor die carrière. Had ik niet beter meer met mensen kunnen doen, in plaats van op mijn eigen kamer, of achter mijn eigen bureau, te niksen. Allemaal dingen waar je toch niks meer aan kunt doen, maar ze houden je toch bezig.

En veel mensen zeggen dat dat verkeerd is. Je moet je niet met het verleden bezig houden, maar met het nu! (Of, met je toekomst!) En ik ben lang in die gedachte meegegaan, maar ik moet er op terug komen. Ja, het is verkeerd om in het verleden te blijven hangen. Maar als je het uit je hoofd duwt, kun je er ook niks van leren.

Ik denk vaak “had ik niet beter voor mezelf moeten zorgen vroeger”. Ik heb mijn gezondheid laten verslechteren om koste wat kost school en studie te halen, om ondanks alles toch proberen een bijbaantje vol te houden of mijn eigen projecten te doen (op zoek naar mijn passie). Ik heb daar nu ongelofelijk veel last van. Ik kan vaak niet concentreren vanwege de nekpijn, of niet praten vanwege de keelpijn. En nou zou ik daar depressief over kunnen worden en blijven hangen in “ik heb alles verkeerd gedaaaan”, maar ik kan er ook uit leren. Mijn herinneringen aan hoe ik de verkeerde keuzes heb gemaakt vroeger, zorgen dat ik nu motivatie heb om het beter te doen, en dat ik ook weet hoe. Als ik voor dezelfde situatie sta, kies ik nu voor mijn gezondheid in plaats van blindelings overwerkt raken.

Ik denk ook vaak “had ik niet beter meer met mensen kunnen omgaan”. Gepaard met “had ik niet meer moeten doen voor die ander, meer moeten vragen, meer verhalen moeten vertellen”. Vaak komen er dan een aantal specifieke mensen bovendrijven die ik inmiddels al jaren niet meer heb gezien of gesproken, maar waarschijnlijk nog wel goed contact mee had gehad als ik door had gezet. In plaats van op werk concentreren en hun blik ontwijken, had ik gedag kunnen zeggen en met ze kunnen praten. In plaats van een zielige “houdoe” had ik ze een knuffel kunnen geven, een waardig afscheid toen ze ergens anders een nieuw avontuur gingen beginnen. Maar je kunt niet alles, in het moment weet je niet beter, en de enige reden dat je beter weet is omdat je het een keer fout hebt gedaan.

Ik denk vaak “had ik niet beter minder lui en voorzichtig kunnen zijn”. In plaats van zo snel mogelijk naar huis vluchten als ik geen verplichtingen meer had, langer blijven en proberen er iets moois van te maken. In plaats van elke dag tot tien uur in bed liggen, vroeg opstaan en er het beste van maken. In plaats van bang zijn dat mensen je raar vinden, iemand gewoon uitvoerig bedanken, of een cadeautje kopen, of iets anders liefs. Er komen vele momenten naar boven dat ik alle tijd en ruimte had om iets extra’s te doen voor iemand, maar ik deed het niet (god knows why), en misschien wel daarom is die persoon nu niet meer in mijn leven.

Er komen ook wel eens momenten naar boven dat ik me meer had kunnen inzetten voor school, werk, projecten, verenigingen, eigen hobby’s—maar dat is nu juist het punt. “Had ik niet beter…” is het begin van een zin die je diepste verlangens en wensen bloot legt, en vrijwel altijd over menselijk contact en relaties gaat. Je ziet mij nooit denken “had ik niet beter keihard kunnen studeren in plaats van een leuke avond hebben met mijn vrienden, zodat ik een 8 had gehaald in plaats van een 6”. Je ziet mij nooit denken “had ik niet beter serieus moeten opletten tijdens alle lessen, in plaats van aanklooien met vrienden”. Je ziet mij zeker nooit denken “had ik niet beter mijzelf meer kunnen afzonderen in plaats van sociaal zitten doen of gezellig samen zijn met anderen”

Vandaag waren er oude vrienden van mijn broer—in de zin van dat ze bijna allemaal mijn broer kenden van de middelbare of zijn eerste studie—langsgekomen om te praten. Zijn overlijden heeft er bij hen natuurlijk ook ingehakt, en ze kwamen om herinneringen te herleven, vragen te stellen en beantwoorden over zijn leven of wat er nou eigenlijk gebeurd is. En als je dan al die verhalen langs hoort komen, al die lieve dingen die ze zeggen, al die grappige en compleet onzinnige dingen die ze ooit samen hebben gedaan—dan is dat toch waar het leven om gaat? Dat is wat bijblijft, dat is wat mensen écht gelukkig en gemotiveerd maakt, dat is waar iedereens leven uiteindelijk tot zal worden.

Terwijl ze dat vertelden realiseerden ze het zichzelf ook—wat zijn we toch allemaal stom bezig met ons lange-termijn denken, dingen doen die we niet leuk vinden omdat ze “goed zijn voor de carrière” of “goed zijn voor later”. Wat zijn we toch stom bezig dat we uit elkaar gaan of elkaar lang niet meer spreken, omdat we opgaan in de stress van het hedendaagse leven.

Maar de vraag is natuurlijk: hoe dan? Iedereen heeft dromen, en principes, en idealen, maar je moet ze maar tot uitvoering zien te brengen. Want zelfs terwijl ik dit hoorde en hier over nadacht, deed ik tegelijkertijd weer iets stoms. Bij het vaarwel stond ik maar hulpeloos toe te kijken, terwijl ik een half uur later alweer denk “had ik niet beter iedereen een knuffel kunnen geven en uitvoerig kunnen bedanken voor hun komst”.

De eerste en beste tip die ik dan ook kan bedenken is: wees impulsief! Niet nadenken over eventuele gevolgen, zeker als je er totaal niet zeker over bent of het niets meer is dan “ik schaam me er voor”, doe het gewoon. In het ergste geval kost het je tijd, of energie, of worden mensen boos op je of vinden je raar. Maar, is dat zo erg? En, vooral, als die mensen echt om je geven (en jij verder geen complete klootzak bent), is dat vrijwel meteen vergeven. Misschien vinden ze het wel leuk, dat je iets ongelofelijk doms hebt gedaan.

Maar, impulsief zijn vereist een bepaalde vorm van improvisatie en “in het moment” zijn. Je hebt niet altijd de energie, of de zin, of de creativiteit. Daarom is de tweede tip: wees altijd voorbereid! Stel jezelf aan het begin van elke dag (of week, of maand, whatever suits you) een doel. Iets dat je moet doen, omdat je weet dat je anders achteraf denkt “had ik het maar gedaan”. Zo’n doel kan zijn een leuk meisje/jongen aanspreken als je die ergens ziet lopen. Zo’n doel kan zijn blijven hangen na school/werk/watdanook en proberen anderen te vinden en het met hen gezellig te hebben. Zo’n doel kan zijn bij een vereniging gaan waar je passie ligt, of een optreden regelen, of minstens één iemand die je lang niet meer hebt gezien weer opzoeken. (Als je heel wild bent, kun je zelfs zonder aankondiging ineens midden op straat gaan zingen, of voor iemands deur gaan staan, alhoewel dat misschien iets té impulsief is. Everything in moderation.)

Sociaal zijn vereist oefening en tijd. Contacten onderhouden vereist energie, contacten opbouwen vereist initiatief. Lieve dingen zeggen die je vindt of voelt vereist zelfverzekerdheid, elke dag weer je uiterste best doen vereist doorzettingsvermogen en optimisme. Het is logisch dat men dingen fout doet en denkt “had ik niet beter”, maar je moet er juist je voordeel mee doen. Denk er over na, leer er van, en de volgende keer, of misschien die keer daarna, doe je het wel en heb je weer een stukje negativiteit weggewerkt.

Zo denk ik nu “had ik niet beter deze post in tweeën kunnen splitsen”, maar dat heb ik vaker gedacht, en ik heb geleerd dat deze post er niet op vooruit gaat als ik hem in tweeën splits. (Dat is overigens interessant; veel mensen denken niet na over plaatsing van tekst als ze iets schrijven, terwijl het echt heel veel verschil maakt of stukken die bij elkaar horen op dezelfde pagina (of “in de buurt”, wat dat dan ook betekent op het internet) staan of niet. Een dingetje om te onthouden.)

Had ik niet beter gekund? Nee, ik had niet beter gekund. Maar ik kan het nu en in de toekomst wel beter doen, en het zou zonde zijn als ik die kans vergooi.