Nu de verkiezingen in principe ten einde zijn, en vanavond de uitslag bekend wordt, realiseerde ik me iets belangrijks. Ik vond het altijd raar dat politici zo overtuigd konden zijn van hun eigen onzin—dat ze cijfertjes, feitjes, anekdotes vertellen waar ze honderd procent achterstaan, terwijl ze gewoon niet kloppen. Althans, ik zie dat, en ik vraag zelf rond in mijn omgeving of doe mijn eigen onderzoek, en zie dat er inderdaad wel/niet iets van klopt.
En nu kun je denken “ja maar jij denkt toch niet dat je in een middagje, in je eentje, net zulke betrouwbare resultaten kunt behalen als politici met een heel team achter zich?” En ja, voor sommige onderwerpen kan dat niet, maar er zijn dingen die makkelijk te checken zijn. Zoals, “kijk maar rond, vraag het de mensen, iedereen voelt zich bedreigd door de islam”. Ik kan rondkijken, een paar studiegenoten wat vragen, en concluderen dat niet iedereen zich bedreigd voelt door de islam. (En dan is het rondkijken nog niet eens nodig.)
Op dezelfde wijze kan een politicus zeggen “als wij dit en dit invoeren of juist weghalen, krijgen we zoveel miljoen extra in de staatskas”. Of, politici besluiten om het persoonlijker te spelen en zeggen “met mijn plannen voor de zorg en het onderwijs, krijgt elke Nederlander 1000 euro meer, zonder dat deze sectoren er onder lijden” Dit zijn dingen die je na kan rekenen. Je kijkt hoeveel Nederlanders er zijn, je kijkt wat precies de plannen zijn, en vergelijkt of ze gelijk hebben. Meestal niet. Desnoods schrijf je een programma, of neem je extra variabelen mee (hmm, maar wat nou als marsmannetjes bestaan en vrachtwagens binnen tien jaar konden vliegen?), of simuleer je dingen, en krijgt zo nog specifiekere resultaten. Die ook niet kloppen bij wat ze zeggen.
En dan zeg je misschien “ja maar, ze overdrijven om hun punt te maken” of “het is allemaal symbolisch”—maar dat slaat helemáál nergens op. Politiek is juist de plek om precies te zeggen wat je wel en niet doet, waar je wel en niet precies voor staat. Net als de wetenschap. Je gaat geen onderzoek doen, en dan vervolgens in de conclusie je resultaten nog eventjes lekker ophogen. (“Van alle deelnemers aan deze proef zei 112% dat het middel ze inderdaad vrolijker liet voelen.”) Bovendien, door zo overdreven door te hameren op het ene onderwerp, laten ze slinks het andere onderwerp (waarover ze minder hebben nagedacht, of minder goed scoren) in de schaduw liggen.
Dat is naar, en, het is ook de reden dat iemand als Donald Trump aan de macht heeft kunnen komen. Hij zegt eerlijk wat hij vind en gaat doen, ook al is het belachelijk en heeft hij geen bewijs, en mensen zien dat als een “frisse wind”. Mensen hebben van oudsher het beeld dat de politiek corrupt is en vol zit met leugenaars, en gaan dus mee met de eerste de beste persoon die beweert dat tegen te gaan, en dermate lachwekkend er uit ziet dat het nog waar zou kunnen zijn ook. Mensen hebben onbewust een vertekend beeld van de werkelijkheid, maar omdat vrijwel niemand niet achter zijn eigen beeld van de wereld staat, wordt dit vertekenende beeld de werkelijkheid.
Als ik rondvraag waar mensen om mij heen op gaan stemmen—allemaal studenten, of jongeren, of hoogopgeleide mensen—is het antwoord vrijwel unaniem D66 of GroenLinks. Met een eventuele uitschieter naar SP, en één iemand voor de VVD. Het meest gehoorde antwoord was “ik ga in ieder geval op iets anders dan de PVV stemmen”. Als ik mijn onderzoek moet geloven, mijn ervaringen uit mijn wereld, dan zou links alle zetels krijgen. Maar dat gaat niet gebeuren, dat gaat nooit gebeuren, en toch zou dat resultaat gebaseerd zijn op feiten en onderzoek. Mijn feiten en onderzoek.
Dus, de volgende keer dat je denkt dat mensen gestoord zijn, gemeen zijn, of hartstikke stom, dan hebben zij waarschijnlijk te maken met een vertekend beeld. Kun je daar iets aan doen? Soms wel, soms niet. De meeste mensen geloven niet dat iets echt zo is, en kunnen zich niet inleven in andere mensen of situaties, totdat ze het zelf helemaal hebben ondervonden. Je kunt iemand wel vertellen dat al jouw ervaringen met migranten positief waren, maar als de ander één hele nare ervaring er tussen heeft zitten, dan gaat die overtuigd de PVV aan hangen. Je kunt iemand wel vertellen dat klimaat en zorgzaam zijn belangrijker is dan geld, maar als die ander net zijn tweede huisje in Frankrijk heeft gekocht en een jacuzzi heeft laten bouwen in de achtertuin, gaat die echt geen geld inleveren voor de zwakkeren in de samenleving.
De enige manier waarop dit kan veranderen, is vanaf de basis omhoog werken. In het onderwijs meer aandacht besteden aan alle kanten van de samenleving, alle situaties waar mensen nu of later in hun leven in terecht zouden kunnen komen. Toen ik een studie moest uitkiezen, vertelden mensen mij steeds dat ik er zo veel geld mee kon verdienen, of dat er zoveel carrièremogelijkheden waren. Dat maakt mij geen zak uit, en is de verkeerde instelling. Vertel mij hoe ik anderen er mee kan helpen, vertel mij of het een fijne sfeer is en of er lieve, aardige, behulpzame mensen op de studie rondlopen. Vertel mij of we alleen maar theoretische rotzooi gaan doen, of ook echt gaan kijken naar maatschappelijk belang.
De meeste politici hebben een of andere willekeurige opleiding gedaan voordat ze de politiek ingingen. De ene deed geschiedenis, de ander sociologie, de ander wilde jurist worden, weer een ander deed economie—en dat is goed, want dat brengt mensen vanuit alle hoeken en richtingen samen in de kamer. Maar het zou toch fijn zijn als mensen, zeker politici, niet alleen in hun eigen straatje dachten. Macht is waar men gelooft dat de macht is, problemen zijn waar men gelooft dat de problemen zijn. Een vertekend beeld is sterker dan een waarheidsgetrouw beeld, en daar moet iedereen zich bewust van zijn.