Maandagochtend. Het eerste college van een nieuw vak, een nieuw blok, een nieuw semester. Een (bijna) lege zaal, ik ben één van de eersten, en maar één prangende vraag in mijn hoofd—waar ga ik zitten?
Voor veel mensen gelden, zij het onbewust, de volgende regels:
- Als ik samen met vrienden ben, gaan we op onze vaste plek zitten
- Als ik alleen binnenkom, en ik zie iemand zitten die ik ken (en die ik mag), ga ik naast diegene zitten
- Als ik alleen binnenkom, en er is geen plek vrij naast een goede vriend, ga ik achterin zitten. Maar, dan wel op zo’n manier dat mijn vrienden nog naast me kunnen komen zitten, maar vreemdelingen niet (want die willen minstens een lege stoel aan ruimte houden tussen zichzelf en mij). Muwhahaha.
Enerzijds is dit begrijpelijk, want colleges zijn niet altijd even interessant, dus je wilt zitten naast mensen waarmee je kunt praten of dingen kunt uithalen tijdens zo’n lang college. Als dat niet lukt, wil je op z’n minst comfortabel in het college zitten, en ofwel je eigen ding kunnen doen (…op je smartphone zitten…), of goed opletten en daadwerkelijk iets opsteken.
Anderzijds, echter, is dit raar. Studenten zijn vaak hele open, jonge, energieke, sociale mensen die echt veel liever nieuwe mensen leren kennen tijdens college, dan dat ze twee uur strak voor zich uit staren en nadenken over moeilijke functies integreren. (Niet altijd overigens, maar dat merk je snel genoeg als iemand gedreven is om het hele college te volgen, of als iemand te moe is om sociaal te doen.) Dus, waarom gaat men altijd volgens dezelfde patronen zitten, en wil men vooral niet pardoes naast iemand komen te zitten die ze niet kennen?
Het antwoord zit ’m denk ik in het feit dat dit allemaal onbewust is. De manier waarop je de eerste les zit, is meestal de manier waarop je de rest van het blok (of misschien wel het jaar) gaat zitten. Misschien zit je de eerste keer toevallig vooraan naast een paar aardige mensen die je niet kent, en als dat je bevalt, zit je ineens de rest van de tijd met diezelfde groep op dezelfde plek vooraan. Of je komt de eerste keer met je vrienden te laat, want je was nog aan het kaarten, en gaat achterin zitten. De volgende keer dat je binnenkomt is er een grote kans dat je weer op die plek gaat zitten, al zijn er veel andere plaatsen vrij.
Het antwoord zit ’m denk ik ook in dat men elkaar bevestigd. Als ik de eerste ben van de groep, dan zet ik alvast mijn spullen opzij en bewaak een aantal stoelen zodat de rest er op kan zitten. Als ik niemand verwacht pleur ik onbewust mijn tas op de stoel naast me, of gebruik een stoel als voetensteuntje, of kijk alles behalve open en uitnodigend—en ja, dan gaat er ook niemand naast je zitten.
Anderzijds, stel ik besluit af te wijken van het patroon en ga ineens strak vooraan zitten (in plaats van achterin, zoals normaal), dan zullen mijn vrienden mij—ietwat verbaasd—volgen daarin. (En zo niet merk je vanzelf wie je échte vrienden zijn.) De volgende keer is hij misschien wat eerder en gaat op diezelfde plek zitten, en pats boem vanaf nu is dat onze plek.
En dat is misschien nog wel het belangrijkste; “onze plek”. De volgende keer dat je weer in het lokaal komt zijn waarschijnlijk veel stoelen verwisseld en hebben tientallen anderen op die plek gezeten, maar toch is het “onze plek”, puur en alleen omdat we er een keer hebben gezeten en de rest van de mensen de plek vrijhoudt voor ons. Want, waag het niet om op een plek te gaan zitten die overduidelijk al geclaimd is door anderen. Wie een lege plek naast iemand, die eigenlijk bedoeld is voor iemand anders, besluit op te vullen breekt de stoelendans-code. En dat soort mensen, tja, die gaan het gewoon niet redden in het leven. Die krijgen bij sollicitaties de vraag of ze ooit iemand anders z’n plek hebben ingepikt, en moeten met het schaamrood op de kaken toegeven dat ze dat hebben geflikt, en worden direct teruggestuurd naar de universiteit om bijgeschoold te worden.
Dus, bij deze een wijze les. Wees altijd bij de eerste keer van iets. Claim je plek, volg de studenten stoelendans code, en gij zult status, aanzien een weelde verwerven. Of gewoon verzekerd zijn van een comfortabele plek naast vrienden, in plaats van een onhandige plek omringd door mensen die je niet mag. (Of mensen die je misschien wel mag, maar dat weet je niet, want die lege stoel ruimte tussen jullie in is een net iets te grote barrière om een gesprekje te beginnen :p)