Technologie draaft altijd denderend vooruit. Waar de natuur bijvoorbeeld seizoenen kent waarin het warmte en groei afwisselt met kou en slaap, gaat de technologie altijd vooruit. Elke nieuwe uitvinding is een verbetering of uitbreiding van iets wat al eerder was uitgevonden. Elke nieuwe stap in de wetenschap borduurt voort op andere onderzoeken. En elke nieuwe smartphone krijgt een nog groter beeldscherm.
Omdat er dus altijd wel iets nieuws te beleven is, behoort technologie vooral tot de jeugd. Smartphones, internet, draadloos dingen doen, virtual reality—de jongeren van nu zijn er mee opgegroeid en kennen de wereld niet zonder deze dingen. Ouderen, daarentegen, kennen wel degelijk de wereld vóór deze vernieuwingen, en klampen daar vaak aan vast. Niet iedereen natuurlijk; sommige “volwassenen” zijn helemaal gek van nieuwe gadgets en kopen meteen de nieuwste iPhone als ie verschijnt, of willen elk jaar weer een nieuwe smart TV. Ze proberen de ontwikkelingen bij te houden en zichzelf te doceren. Maar, het gros van de volwassenen vindt smartphones maar lastige dingen en mist de “echte knopjes”. Ze snappen niet dat dingen op het internet niet altijd goed bedoeld zijn, of dat een computer in het stopcontact moet maar een laptop niet (altijd). En dit is vervelend, en jammer.
Een klein voorbeeldje. Veel wat grotere elektronische apparaten hebben grote ventilatoren. Wanneer ze hard aan het werk zijn gaan die ventilatoren aan om er voor te zorgen dat het apparaat niet oververhit raakt en explodeert. Of gewoon crasht, maar dat is minder spectaculair. Wat dus niet verstandig is om te doen, is die ventilatoren blokkeren. Ik heb mijn ouders vroeger geprobeerd uit te leggen dat ze niet alsmaar spullen bovenop die ventilatoren moeten zetten, maar het was gericht tegen dovemansoren.
Net zoals dat ik mensen probeerde uit te leggen dat ze geen spullen bovenop mijn laptop mochten leggen, zelfs als ie dichtgeklapt was. Of dat je een computer niet alsmaar aan moet laten staan, want dat heeft eigenlijk alleen maar nadelen. Of dat foto’s verschillende bestandstypen konden hebben, of dat zip bestanden eerst uitgepakt moeten worden, of dat je spellen voor de computer niet automatisch ook op je mobiel kan zetten. Of mijn oma die per ongeluk 200 euro betaalt aan een shady website omdat ze verkeerde dingen heeft geklikt of gedownload.
Dit zijn allemaal kleine dingetjes die heel vervelend kunnen zijn, en heel misschien zelfs dingen kapot maken of extra geld/moeite kosten, maar het valt mee. Vaak is in deze gevallen een gebrek aan kennis over technologie vooral vervelend voor de kennisloze, en niet voor de personen er omheen.
Waar het wél mis gaat, is als er belangrijke dingen afhangen van technologie, en diezelfde mensen weigeren om zich er in te verdiepen.
Een medewerker bij de gemeente kan niet met hun programma overweg, en zegt dan maar tegen je dat je later een keer terug moet komen voor je nieuwe paspoort (“Nee, dat kan niet, want dan is ie verlopen, en kan ik dus geen nieuwe meer aanvragen.”).
Een medewerker bij 112 die probeert jouw locatie vast te stellen, maar het systeem dat ze gebruiken is dermate verouderd dat ze er (veel te) lang over doet. (“Ja laat maar, het huis is nu al afgefikt.”)
Een bedrijf of instantie dat hele goede dingen doet voor kinderen in Afrika, maar een website heeft die dermate afschrikwekkend werkt dat niemand ze vertrouwt of doneert. (“Ik wíl wel geld doneren zodat kindjes kunnen eten, maarja, als je Comic Sans op je website gebruikt dan kan ze gewoon niet vertrouwen.”)
Een school die alle leerlingen iPads geeft om op te werken in de klas, maar geen moeite neemt om te controleren of ze geen verkeerde dingen doen/zien, of geen moeite neemt om te zoeken naar alternatieve middelen die waarschijnlijk beter zouden werken. Een gezinslid dat klakkeloos alle stekkers er uit trekt omdat “het internet het niet doet”, waardoor vervolgens al het eten in de koelkast bedorven is. Een oudere die overlijdt doordat de zorg-app op zijn mobiel vastloopt of niet te begrijpen is, of juist doordat die persoon niet die app heeft geïnstalleerd en dus niet wist hoe hij om hulp moest vragen.
Het lijken misschien soms onnozele voorbeelden, maar ik weet zeker dat jij ook meerdere situaties bent tegengekomen waarin een basisbegrip voor technologie een gigantisch verschil had gemaakt. Natuurlijk moeten we technologie niet ons leven laten overnemen, en ik zeg niet dat iedereen verplicht het nieuwste van het nieuwste moet hebben, of elke dag de beste Tech websites moet gaan lezen. Ik zeg alleen dat technologie (hoogstwaarschijnlijk) nooit gaat verdwijnen, en een steeds belangrijkere rol speelt in onze samenleving.
Op veel middelbare scholen is informatica nu een keuzevak, en dat is al een stap in de goede richting. Net als dat ik vind dat ze op school een algemeen vak “succesvol leven” zouden moeten hebben (hoe werkt belasting, hoe werkt de zorg, hoe ga je met levensbedreigende situaties om, etcetera), moeten ze ook een vak over technologie hebben.
En hoe zit het dan met al die mensen die allang van de middelbare af zijn? Tja, volwassenen zijn altijd koppig en vinden zichzelf vaak te goed voor dingen, dus het beste wat je kan doen is voorlichting geven, of websites of groepen oprichten waarop dit soort dingen uitgelegd kunnen worden. Elke keer dat jij je ouders of grootouders iets verkeerd ziet doen direct een uur de tijd nemen of ze van alles uit te leggen. Want, ik denk dat de jongere generatie altijd de oudere generatie zal moeten onderwijzen op het gebied van technologie. Desnoods zorg je gewoon dat ze geen keus hebben—een lijstje opstellen met cruciale fouten met technologie, en elke keer als je zo’n fout maakt meteen een boete van honderd euro :p
(Want, zeg nou zelf, wat is het verschil met, bijvoorbeeld, boetes geven omdat mensen te hard rijden? Er worden nu al veel ongelukken veroorzaakt doordat mensen op hun mobieltje zitten tijdens het rijden, of mensen bellen op de fiets, of mensen hebben een heus touchscreen in hun auto zitten waar ze door geobsedeerd zijn. Ook daar zijn regels voor, alleen ze worden niet nageleefd (omdat ze moeilijk te hanteren zijn), dus men doet gewoon waar ze zin in hebben en rijdt op elkaar in. Dat vind ik veel gevaarlijker dan dat iemand per ongeluk iets bovenop een kwetsbaar apparaat zet.)